Niemand wil ze ontmoeten, maar als je er zelf één bent en ze probeert te ontlopen, kom je wellicht in de problemen.
'Nee.' mijn antwoord was duidelijk genoeg en ik wist zeker dat hij het begrepen had. Ik wilde niets met buitenaardse zaken te maken hebben en daar heb ik zo mijn eigen redenen voor. 'Maar...' begon hij weer. 'Ik dacht dat je me wel verstaan had?' hij knikte. 'Ik weet het. Maar ik vind het jammer.' ik haalde onverschillig mijn schouders op. Wat maakte het mij ook uit. 'Ik had je graag kennis willen laten maken met Uhm en Rzmryn.' 'Je hebt wat?' 'Mijn laatste troef.' hij grinnikte. Ik bedacht dat ik hem eerder van mijn verleden had moeten vertellen, zodat hij me beter zou begrijpen. Te laat nu. Ik liep nu achter hem aan, nieuwschierig of ze aan mijn verwachtingen voldeden. Als het waar was wat hij zij, dan kende ik die 'Rzmryn' mijn zusje. Omdat je als alien altijd een keuze krijgt. Mens worden of ster worden. Maar als je geluk had ontsnapte je aan die keuze en werd je wat je zuster wilde. Nu was ik die zuster en daarom had ik een hekel aan alle buitenaardse wezens. Ik had vroeger besloten dat mijn broer 'zwervend' zou zijn. Waar hij ook was, hij zou zich aanpassen aan zijn omgeving. En nu kon hij, natuurlijk Rzmryn niet vinden. Uhm was waarschijnlijk hetzelfde vrehaal. Dat denk ik tenminste, want zwervers zoeken elkaar op. 'Ik kan ze niet vinden.' we stonden op het marktplein. Er stonden twee grauwe personages op de hoek. Wie er niet op lette had ze zeker niet gezien. Maar ik wel. Helaas. Ik wees naar de twee. 'Daar zijn ze.' 'Huh wie? Je kent ze toch niet?' Ik knikte. Ze zijn het. Dat vertel ik je later nog wel. Ik liep naar ze toe. 'Süt! Yol!' een glimlach van diegene die naar Yol luisterde. Ik durf te wedden dat dat mijn broertje was. 'Wat leuk om jullie hier te ontmoeten!' mijn stem trilde. Ik probeerde mijn hoofd af te speuren naar de oplossing. Er was één mogelijkheid, dat wist ik wel. Maarja. Vind die maar eens. 'Ga mee naar mijn huis.' nodigde ik uit. Ze knikte. 'Hoe weet jij hun namen!' werd in mijn oor gefluisterd. Ik haalde mijn schouders op. Het deed er niet toe.'Yol, kan ik je spreken?' hij knikte. En ik begon mijn verhaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten